Geschiedenis

Markante figuren

Gostula van der Schuren

(circa 1320-1390)

Gostula van der Schuren werd geboren in Bilzen omstreeks 1320 als dochter van Renekin van der Schuren en Gostula NN. Haar vader was ook bekend als Renekin de Horreo of Renekin del Grange. Hij was heer van het leengoed Schuren waarvan het castrum gelegen was aan de noordelijke stadsmuren van Bilzen (nu Schureveld en Pijpenhof). Renekin maakte deel uit van de nobilis delecti en zetelde in de curia comites (vgl. met de kroonraad) van de graven van Loon.

Gostula trad toe tot het adellijk stift van Munsterbilzen. Wanneer ze dat precies deed, is niet bekend maar zoals gebruikelijk was dit waarschijnlijk op zeer jonge leeftijd. Haar intrede was ongetwijfeld mogelijk door haar vaders invloed aan het grafelijk hof. De graven hadden het voogdijschap over het Stift en vele vrouwen die verwant waren met de Loonse dynastie traden toe tot het adellijk klooster van Munsterbilzen. Gostula werd vóór 1363 tot dekenes verkozen en ze werd in die functie verantwoordelijk voor het functioneren van het kapittel. Gostula was de eerste dekenes in de geschiedenis van het Stift die het tot abdis zou brengen. Haar ‘intronisatie' vond plaats in 1380 na een lange periode van onenigheid tussen de abdis en het kapittel over de vraag wie eigenaar was van de tienden van Bilzen. Traditioneel gingen die naar de abdis en niet naar de gemeenschap van het Stift.

Toen men binnen de muren van het Stift eindelijk tot een soort consensus kwam, mengden het Bilzerse stadsbestuur, de kerk en het gelucht zich in de discussie, waardoor het dispuut nog verergerde. Mogelijk was dat de aanleiding voor de verkiezing van Gostula van der Schuren tot abdis. Zij kende het standpunt van het kapittel dat zij had geleid, zij was nu abdis en kon nu handelend optreden en zij was afkomstig van Bilzen en wist hoe men er daar over dacht. Er werd uiteindelijk overeenstemming bereikt over de bestemming van de tienden (die gingen naar het kapittel) en de verdeling van de onderhoudskosten van de kerk.

abdis_zegel

 

Abdis Gostula van der Schuren overleed in Munsterbilzen, na een abbatiaat van 10 jaar, op 6 september 1390. Zij bleef eeuwenlang in de collectieve herinnering bewaard in de sage van de Sjierebegaajn (lett.: de begijn van Schuren) die 's nachts kwam spoken tussen de ruïnes van het oude leengoed. Als een verzoenend gebaar trok men na de galla ('s woensdags na grote kermis) massaal naar Schuren waar een groot vuur werd aangelegd en waar de lege portemonnees in de vlammen werden gegooid.

Zegel van het kapittel van Munsterbilzen, in gebruik van de 11de tot de 13de eeuw. Sint-Amor met staf en kerk.