Bilzers Taalmuseum

 

  -- Update sept. 2023:

In zijn fysische vorm is het Bilzers Taalmuseum niet meer te bezoeken, noch in het stadhuis, noch in de bibliotheek. De taal- en geschiedkundige informatie die het bevatte, is evenwel opgenomen in een digitale, interactieve databank, te raadplegen in de openbare bibliotheek De Kimpel. De panelen waaruit het taalmuseum destijds was opgebouwd, werden bezorgd aan HK Bilisium - de pioniers van dit taalproject. Zij besloten in eerste instantie om het vroegere taalmuseum herop te bouwen in de gang van het Moêderhaus (het oude ziekenhuis De Ganshof, Hospitaalstraat 15, op de derde verdieping), maar sinds de verhuizing van de heemkundekring naar de Kapelanij in de Kloosterstraat, heeft zij voor het museum in zijn fysische vorm geen plaats meer. Heemkring Landrada van Munsterbilzen werd bereid gevonden om zich over de panelen te ontfermen.

Het Bilzers Taalmuseum richt de schijnwerpers op de oudste in schrift bewaarde bronnen van het (Oud-)Nederlands. Gek genoeg verwijzen die bronnen telkens weer naar Bilzen en onmiddellijke omgeving, meer bepaald naar:
- het Sint-Amorklooster, stift voor adellijke dames, in Munsterbilzen, en
- Alden Biesen, de landcommanderij van de Duitse Ridderorde in Rijkhoven.
Bilzen dan maar 'de bakermat van de Nederlandse literatuur'? De bewijzen zijn er voor wie ze zien wil ... (zie o.m. het artikel Munsterbilzen en het Oudnederlands van Mathieu Wijnen)

Wat mag u van dit opmerkelijk museum verwachten?

  • U vindt er een stamboom van de West-Europese talen, waaronder het Nederlands en de Limburgse dialecten.
  • U maakt er kennis met het Sint-Amorklooster en met de landcommanderij Alden Biesen.
  • U kunt er fragmenten beluisteren (dat leest u goed!) uit het Oudste goederenregister van Alden Biesen. En u verneemt waarom dit ambtelijk handschrift uit de 13e eeuw zo belangrijk is voor de moderne mens.
  • De Wachtendonkse Psalmen uit de 10e eeuw luiden traditioneel het begin in van de Nederlandse literatuur. Wist u dat dit handschrift eeuwenlang in Munsterbilzen heeft verbleven, vermoedelijk zelfs heeft toebehoord aan de H. Amor himself? Het dankt zijn naam aan ene Arnold Wachtendonck, beneficiant van het klooster aldaar. Uitgerekend de persoon die er met het handschrift vandoor ging toen de adellijke dames elkaar in de haren zaten ingevolge een erfopvolgingskwestie. Gelukkig heeft Justus Lipsius het daarna nog gezien. En bestudeerd.
  • Wie was Justus Lipsius en waarom vond hij deze Psalmen zo boeiend?
  • Wat is er nog bewaard van de Wachtendonkse Psalmen? U vindt in het museum een schema van de overlevering. Hoe zien die fragmenten eruit?
  • De oudste ridderroman in het Nederlands was de Limburgse versie van Aiol et Mirabel. Stamde die Limburgse Aiol ook niet uit Bilzen?
  • En last but not least: U vindt in het museum een facsimile van het beroemde 9e-eeuwse Evangeliarium van Munsterbilzen, een van de taalkundig meest waardevolle handschriften die ons land rijk is. Dit handschrift bevat het oudste nog bewaarde vers in het Oudnederlands: Tesi samanunga was edele unde scona. (Ha, u had op school geleerd dat het oudste zinnetje in het Nederlands Hebban olla vogala nestas hagunnan uit Rochester was? Forget it, da's Oudengels, zo blijkt ...)
  • Wat is het verband tussen het klooster van de Heilige Amor en de oudste bij naam bekende dichter in onze taal, Hendrik van Veldeke?
  • U vindt in dit museum bovendien de oudste familienaam van het Nederlandse taalgebied. De oudste voornaam idem dito. Het oudste in schrift overgeleverde recept in het Nederlands ... en dat alles in een eeuwenoud stadhuis, een juweeltje van Maaslandse renaissance, op zowat het gezelligste plein in Limburg. Er valt daar dus heel wat te genieten!
  • Ook jongeren komen in dit museum aan hun trekken:
    - Wat leert ons een draai aan het oudewoordenrad?
    - Wat maakt het oudenamenbellenpaneel (drukken maar!) zo boeiend?
    - Wie ontdekt als eerste het oudscriptoriumpiepgat? ...
    Voor klassen in het kader van de lessen Nederlands is er een (suggestie voor) lesbrochure verkrijgbaar.